kaderVorige week heb ik je de opdracht meegegeven het onderwerp van je boek te bedenken en dat idee van allerlei kanten te bekijken. Is dat een beetje gelukt? Wanhoop niet als je er nog niet helemaal uit bent. De komende weken ga je je idee verder uitwerken en dan blijkt vanzelf wat er nog aan schort. Misschien besluit je over een paar weken dit boekontwerp te parkeren en verder te gaan met een ander idee voor een boek. Dat is geen verspilde tijd, want onderweg doe je enorm veel ervaring op waar je de rest van je schrijverscarrière wat aan hebt. Ik deze tweede week gaan we aan de slag met de randvoorwaarden en de rode draad van je roman.

Kaders stellen

Voordat je een letter van je verhaal op papier zet, raad ik je aan om eerst te bedenken binnen welk kader je verhaal zich afspeelt. Welke elementen begrenzen je verhaal? Waar speelt het zich af? In welke tijdsperiode? Waar begint het verhaal en waar eindigt het? Het begin en het einde begrenzen het verhaal en bepalen wat buiten beeld valt. De rode draad verbindt het begin met het einde.


Ik heb veel gehad aan een boek van Ton Rozeman. Het heet ‘Korte verhalen schrijven’, maar de beschreven adviezen zijn heel bruikbaar voor langere verhalen. Rozemans uitgangspunt is dat je een schrijver kunt vergelijken met een fotograaf. Het kader van de foto bepaalt welk deel van het geheel belicht wordt en wat buiten beeld valt. Hetgeen buiten het kader valt, laat de fotograaf aan de verbeelding van de toeschouwer over en dat is precies wat een schrijver ook doet. Het licht (het verhaal) vangt slechts een deel van de werkelijkheid. De rest van het verhaal mag de lezer zelf invullen.

Het begin

Bedenk deze week waar jouw verhaal precies begint. Het is aan te raden je verhaal te laten beginnen midden in een gebeurtenis of situatie die het verhaal meteen een vliegende start geven. In media res heet dat in schrijverstermen. Dat kan een gebeurtenis zijn die het leven van de hoofdpersoon een drastische wending geeft. Een voorbeeld: een vrouw komt thuis en ontdekt dat haar sleutel niet meer op de deur past en door het raam ziet ze dat haar interieur compleet is veranderd. De gebeurtenissen die hebben geleid tot deze beginscène en die de lezer beslist moet weten om het verhaal te begrijpen, kun je verwerken in het vervolg van het verhaal. Waar dat mogelijk is, laat je de lezer daarnaar raden.

 

Het einde

Het begin en het einde zijn sterk met elkaar verbonden. Aan het einde van het verhaal is er een nieuwe status quo bereikt. De hoofdpersoon heeft zijn of haar doel bereikt (of juist niet). Hoe duidelijker je het einde van je verhaal voor ogen hebt, hoe makkelijker het is om je verhaallijn op te zetten. In een goed verhaal heeft je hoofdpersoon aan het einde van het boek een ontwikkeling doorgemaakt, iets nieuws geleerd. Het is mooi als je op het einde van het verhaal het begin op enige manier terug laat komen, zodat duidelijk wordt hoeveel (of juist weinig) er veranderd is.

 

Rode draad

De rode draad, de (globale) verhaallijn, verbindt het begin met het einde van je verhaal. Het bepaalt HOE je hoofdpersoon van de beginsituatie naar de eindsituatie beweegt. Welke obstakels vindt hij (of zij) op zijn weg? Hoe gaat jouw hoofdpersoon die obstakels overwinnen? Wat gaat hij of zij ondernemen? Houd ook het thema van je roman voor ogen: wat wil je met jouw verhaal zeggen? Wat wil je je lezer meegeven?
Nuttige tips voor het opzetten van je verhaallijn vind je op de site van Boekschrijven.

Opzet voor je schrijfplan

Schrijf nu op een groot blad de eerste opzet voor je schrijfplan. Teken of beschrijf in steekwoorden:

  • Het thema van je boek: wat wil je vertellen?
  • De beginsituatie en de eindsituatie met daartussen de verhaallijn, de rode draad van je boek.
  • De locatie: waar speelt je verhaal zich af? Zoek plaatjes op internet die bij je locatie passen. Welke beperkingen heeft deze locatie? Hoe kun je dat oplossen?
  • De tijdspanne van je verhaal. In welke periode speelt je verhaal? In het nu, het verleden of de toekomst? Welke specifieke kenmerken horen er bij die periode? Wat valt er binnen en buiten het kader van je verhaal?

Het mag nog een schets zijn. Het is helemaal niet erg als je aan het einde van de komende week alleen nog de grote lijnen voor ogen hebt. Volgende week geef ik je tips hoe je je deze opzet verder uit kunt werken. Het is een levend document waaraan je dingen kunt toevoegen en waar je in mag schrappen.

Ik ben benieuwd of het allemaal een betje lukt met de opzet voor je schrijfplan. Laat je een reactie achter onder deze blogpost?

1000 Resterende tekens