ritmeMisschien denk je: wanneer gaan we nou beginnen met schrijven? Maar onderschat niet de waarde van het werk dat je in de afgelopen weken hebt verzet! Allemaal hartstikke belangrijk om zometeen een goed verhaal neer te zetten! Maar als je popelt om de steekwoorden op jouw vel of vellen papier eindelijk eens te verwerken in een degelijke hoofdstukstruktuur, heb ik goed nieuws voor je. Deze week werk je je verhaallijnen uit tot een hoofdstukindeling waar je deze zomer mee aan de slag kunt. Waarschijnlijk is een week wat te kort om de hoofdstukindeling helemaal compleet te krijgen, maar dat is niet erg. Je hebt nog de hele zomer om er verder aan te schaven.

Hoofdstukken
In week 3 heb je de contouren van je schrijfplan al onderverdeeld in blokken. In week vier heb je er de personages bij uitgezocht en vorige week heb je je informatie geordend. Alles ligt klaar om een hoofdstukindeling te maken. Geef je hoofdstukken een logische titel en bedenk dat dit nog niet de definitieve titel hoeft te zijn! Die kun je het beste pas in een later stadium bedenken, als je verhaal al min of meer staat. Schrijf onder de titel van elk hoofdstuk wat er in dit specifieke hoofdstuk moet gebeuren om je verhaal vooruit te stuwen of iets duidelijk te maken over het karakter van je personages. Hoofdstukken die geen van beiden doen, dragen niet bij aan het verhaal en ga je later vermoedelijk weer schrappen.


Bepaal alvast globaal de lengte van je hoofdstuk zodat je een mooi ritme krijgt in je roman. Sommige schrijvers kiezen voor korte hoofdstukken, andere voor langere. Dat is heel persoonlijk. Ik heb zelfs eens een boek gelezen waar helemaal geen hoofdstukken in staan. Als je nog niet precies weet hoe lang je hoofdstukken moeten zijn, dan geeft dat niets. Zelf probeerde ik verschillende hoofdstuklengtes uit en koos uiteindelijk voor een lengte van ongeveer 2.000 woorden per hoofdstuk. Dat zijn ongeveer vijf bladzijdes en dat vind ik een mooi aantal om voor het slapengaan nog even te lezen, want een boek wegleggen halverwege een hoofdstuk, vind ik net zoiets als een de theaterzaal verlaten halverwege de voorstelling.

 

Scènes
Vervolgens kun je elk hoofdstuk verdelen in scènes en beschrijf per scène in steekwoorden wat er moet gebeuren. Ook hier geldt: in elke scène moet zich een nieuw stukje van het verhaal ontvouwen en/of moeten de hoofdpersonen iets meemaken wat hun kijk op elkaar of op de wereld beïnvloed. Een scène is net als in een film of toneelstuk gebonden aan een bepaalde tijd en plaats. Soms is een tussenstukje tussen scènes noodzakelijk om om de lezer duidelijk te maken hoeveel tijd er verstreken is tussen de scènes en wat er in de tussentijd in de omstandigheden van de hoofdpersonen is veranderd. Probeer dit zoveel mogelijk te vermijden, bijvoorbeeld door dit te verwerken in je volgende scène. Lange beschrijvingen over de tussenliggende periode halen de vaart uit het verhaal, maar bij te weinig informatie zal de lezer waarschijnlijk afhaken. Kijk vooral hoe andere schrijvers dit aanpakken en kies een manier die het beste past bij jouw verhaal.

Tips van andere schrijvers:

 

Het uitwerken van je globale opzet in hoofdstukken en scènes kost best veel tijd, maar brengt de contouren van je verhaal heel goed naar voren. En het helpt je enorm om zometeen echt aan het schrijven te beginnen. Bovendien maakt het duidelijk welke informatie je nog nodig hebt.

Bij mij werkt het meestal zo dat ik de hoofdstukken en scènes voor het begin van het verhaal helder voor ogen heb, maar voor de latere blokken van het verhaal nog niet. Dat vind ik niet erg, want ik weet inmiddels dat ik tijdens het schrijven ideeën opdoe voor nieuwe plotontwikkelingen en mijn personages beter leer kennen. Later kun je altijd nog scènes toevoegen of weghalen.

Ik ben benieuwd hoe je het uitwerken van hoofdstukken en scènes ervaart!

1000 Resterende tekens