Moet je als schrijver van een roman uitleggen wat verzonnen is en wat niet? Heel wat auteurs zijn voor de rechter gesleept door mensen die zichzelf meenden te herkennen in het boek. Hoewel dergelijke claims bij fictie redelijk kansloos zijn, is zo’n procedure voor auteur én betrokkenen natuurlijk niet leuk. En zelfs als het nog niet tot een rechtszaak komt, zit volgens mij niemand daarop te wachten. Nog voordat mijn debuutroman verscheen, dreigde een familielid een advocaat op me af te sturen. Hoewel een speurtocht op internet al snel duidelijk maakte dat ik weinig te vrezen had, vond ik een een akelig idee dat mijn boek mensen zo kwetste dat ze bereid waren kosten te maken voor een rechtszaak.
Verantwoording bij volledig waargebeurd verhaal
De noodzaak van zo’n verantwoording hangt natuurlijk af van de mate waarin het verhaal de werkelijkheid benadert. Als het de auteur gaat om een getrouwe weergave van de waarheid, dan wil je dat misschien juist benadrukken. Zo schrijft Eva Vriend bijvoorbeeld over haar boek Het nieuwe land dat ze ‘dienstbaar wil zijn’ aan haar onderwerp, de ontstaansgeschiedenis van de Noordoostpolder. Zij begint haar verantwoording met:
‘Dit boek is gebaseerd op archiefonderzoek, literatuurstudie en interviews. Niets is verzonnen, al heb ik veelal mijn eigen woorden verkozen. Omdat ik alle getuigenissen zo veel mogelijk recht heb willen doen, is waarachtigheid daarbij telkens mijn streven geweest.’
Verantwoording bij omstreden ideeën over de werkelijkheid
Arthur Japin schrijft in Kolja over het leven en de dood van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Vooral over de doodsoorzaak van Tsjaikovski lopen de meningen uiteen. Japin lost dat in zijn verantwoording heel elegant op:
‘In deze roman heb ik geprobeerd, uitgaande van de nu bekende voorvallen en gegevens, de aanloop naar Tsjaikovski’s dood te reconstrueren zoals die mij het meest waarschijnlijk lijkt.’
Vervolgens schetst hij hoe anderen erover denken, gevolgd door de geraadpleegde bronnen.
Verantwoording bij deels fictie, deels non-fictie
Isabel Allende vlecht in Bloemblad van Zee fictie en non-fictie door elkaar in haar verhaal over het einde van de Spaanse burgeroorlog en de vlucht van vele Spanjaarden naar het veilige Chili. In haar dankwoord schrijft ze:
‘Dit is een roman, maar de historische gebeurtenissen zijn gebaseerd op werkelijkheid en sommige personages hebben werkelijk bestaan. De andere, fictieve personages zijn geïnspireerd op mensen die ik heb gekend.’
Ook Lucinda Riley doet in haar Zeven-Zussen-serie veel moeite om duidelijk te maken hoe ze aan haar informatie komt en welke personages echt hebben bestaan. Scènes en dialogen zijn vrijwel altijd volledig verzonnen. Zo heb ik dat ook gedaan in mijn debuutroman Lena, waarvoor ik veel getuigenissen en archiefmateriaal heb gebruikt.
Een volledig verzonnen verhaal bevat toch vaak waargebeurde elementen
Zelfs in een volledig verzonnen verhaal zullen de meeste schrijvers gebruik maken van dingen die ze ooit meegemaakt hebben. Haruki Murakami schrijft daarover in zijn boek Romanschrijver als beroep dat hij alle interessante details die hij leest, ziet of meemaakt opslaat in ‘lades’ in zijn hoofd om later bij het schrijven op te kunnen roepen. Ook personages zijn vaak opgebouwd uit karaktereigenschappen van werkelijk bestaande mensen in de omgeving van de schrijver. Dat betekent nog niet dat een schrijver zijn personages volledig op een bestaand persoon baseert.
Waargebeurde elementen gebruiken voor de setting
In mijn nieuw te verschijnen roman is de hoofdverhaallijn volledig verzonnen, maar is de setting opgebouwd uit observaties en anekdotes die zijn geleend uit de werkelijkheid. Het verhaal speelt zich af in een verlaten dorp dat opnieuw wordt bewoond. Om de sfeer van het dorp goed neer te zetten, heb ik dankbaar gebruik gemaakt van bepaalde karaktereigenschappen van werkelijk bestaande mensen, maar geen enkel personage is een op een terug te voeren naar een individu.
Ik heb geleerd van mijn eerdere ervaringen. In mijn debuutroman heb ik op advies van mijn uitgever op het laatste moment toch maar namen en details veranderd om tegemoet te komen aan de zorgen van mijn familielid over het publiceren van privacygevoelige informatie. Een onaangename klus, omdat ik gehecht was geraakt aan de personages onder hun echte naam, maar passend bij de wens van mijn overleden grootmoeder naar ie het boek is vernoemd. Hoewel mijn tweede roman slechts losjes is geïnspireerd op de werkelijkheid, zorg ik dus toch maar voor een disclaimer …
Rapporteer
Mijn reacties