Dichten en schrijven zijn twee heel verschillende activiteiten. Ik ben dol op schrijven, maar dichten kan ik niet. Tenminste: dat dacht ik lange tijd. Tot me op vakantie in Spanje de eerste regel van een gedicht inviel. Zomaar, tijdens een wandeling. Gewoon voor de lol noteerde ik die regel in de notities in mijn telefoon. Een paar dagen later kwam er een regel bij en daarna nog een, tot er een nogal ongeordend gedicht ontstond. Na wat schaven en schrappen bleek dat het ontstane gedicht best goed paste bij de boodschap die ik met mijn nieuwe boek wil overbrengen. Daar moest ik iets mee doen! Maar wat?
Gedichten lezen
Ik durf te zeggen dat ik de belangrijkste tips en regels voor het schrijven van fictie zo onderhand wel ken. Van regels over dichten weet ik maar heel weinig. Wat maakt een gedicht goed of juist slecht? Ik weet het niet. Wel ben ik een enthousiast lezer van gedichten, maar ik weet niet of dat telt. Vooral zo voor het slapengaan vind ik het heerlijk om nog een of twee gedichten te lezen. Meestal lees ik het gedicht een paar keer en soms vallen me een paar regels op die ik mooi vind of die een emotie oproepen. Lang niet alle gedichten spreken me aan, maar juist daarom is het extra fijn als ik een gedicht tegenkom die me raakt.
Wat maakt een gedicht goed?
Laatst zocht mijn dochter naar gedichten voor een schoolopdracht. Geweldig, dacht ik en haalde meteen de ene na de andere bundel van mijn favoriete dichters tevoorschijn: Vasalis, Judith Herzberg, Ida Gerhardt, Rutger Kopland en Hans Andreus. Van twintig gedichten moest ze een analyse schrijven. Ik las er een paar, in de hoop te ontdekken wat een gedicht goed maakt en wat niet. Helaas was het allemaal redelijk technisch. Ze moest op zoek naar alliteraties, klankrijm, personificatie en nog veel meer. Er moest ook een interpretatie bij, maar of het gedicht goed was of niet, dat stond er niet bij.
Ooit verdiepte ik me zelf in poëzie. Dat was tijdens mijn propedeutisch jaar op de Vrije Hogeschool, een oriënterend tussenjaar voor studenten na Havo of VWO. Ik deed er een aantal superleuke projecten. Een daarvan was het poëzieproject. In een kleine groep verdiepten we ons wekenlang onder begeleiding van een mentor in de wereld van de poëzie. We lazen elkaar de mooiste gedichten voor, we oefenden in het voordragen ervan en ondernamen zelfs een fietstocht door de geboortestreek van Gerrit Achterberg om net als hij te dwalen door het landschap en zo de betekenis van zijn gedichten te achterhalen. Niet de techniek, maar de beleving was onderwerp van onderzoek.
Mindfulness
Na de presentatie van mijn nieuwe boek ‘De Gierenvallei’ kreeg ik bij wijze van cadeau een prachtig poëziecadeau: een box met de titel ‘Mag ik je aandacht’. In de box zitten vijftig prachtig vormgegeven kaarten met foto’s van bloemen en landschappen. Op de achterkant van elke kaart staat een gedicht. Er zit ook een boekje bij, waarin wordt uitgelegd wat gedichten met je (kunnen) doen. Daarin lees ik dat gedichten helpen om in het ‘nu’ te leven en betrekking hebben op de zeven houdingsfactoren van mindfulness. Ik heb er inmiddels een paar gelezen en mindfulness of niet: er zitten hele mooie gedichten bij!
Voor mij geldt dat een gedicht me raakt wanneer ik er een emotie of een moment in herken die me raakt. Meestal is dat iets wat een herinnering bij me boven brengt of wat op de een of andere manier met me resoneert. Hé! Dat is niet zoveel anders dan bij het lezen en schrijven van fictie. Ook dan gaat het er immers om dat de lezer zich in het verhaal, in de personages of in de situatie herkent.
Dat inzicht gaf me de moed daadwerkelijk iets met mijn gedicht te doen. Het prijkt nu voorin mijn boek als motto voor de roman. Inmiddels heb ik ook een tweede gedicht aangedurfd en ingestuurd voor een poëziewedstrijd. Het eerste gedicht kun je lezen op deze website {link}. Voor het tweede gedicht wacht ik eerst de uitslag van de poëziewedstrijd af.
Rapporteer
Mijn reacties