Elf dagen Valencia: ik kreeg het min of meer op een presenteerblaadje aangeboden. Waarom niet, dacht ik. De afgelopen maanden waren druk door onder andere de nasleep van de publicatie van mijn roman ‘De Gierenvallei’ en een opdracht voor het verzorgen van een workshop bloggen. Allemaal hartstikke leuk, maar mijn hoofd zat er zo vol mee, dat van schrijven niets meer kwam. Zelfs voor dit blog had ik even helemaal geen tijd en inspiratie. De bijzondere stad Valencia bracht daar verandering in.
Onder invloed van de Spaanse manier van leven, ontdekte ik dat ik te krampachtig op zoek ben naar een helemaal af verhaal, naar een actueel, indrukwekkend, vernieuwend en tevens meeslepend gegeven voor een nieuwe roman met originele, krachtige personages om de lezer van de sokken te blazen. Ik verwierp alle losse ideeën. Niet goed genoeg, niet origineel genoeg, weinig om een heel boek mee te vullen. Mijn reisje naar Spanje haalde me even helemaal uit die maalstroom en wierp een totaal ander licht op de zaak.
Losser begrip van tijd
Zo gaan Spanjaarden heel anders om met het begrip tijd dan we in Nederland gewend zijn. Als ik in mijn woonplaats vijf minuten na sluitingstijd bij een winkel aankom, dan weet ik dat ik voor de gesloten deur sta. In Valencia is dat heel anders. De openingstijden die op het bordje bij de deur staan, moet je meer zien als een richtlijn. Om te beginnen zijn alle winkels er tussen 14 en 17 uur dicht vanwege de siësta. Hoewel op elke winkeldeur staat dat je er om 17 uur weer terecht kunt, gaan maar weinig winkels ook echt stipt om die tijd open. Dat kan ook rustig een uur later zijn. Net hoe het uitkomt.
Makkelijker omgaan met gebreken
Helaas hadden we tijdens ons bezoek aan Valencia matig weer. Terwijl Nederlandse gebouwen goed bestand zijn tegen aanhoudende regen, kun je dit van Spaanse gebouwen niet zeggen. Veel daken houden het hemelwater niet helemaal tegen, zodat het op veel plaatsen lekt. Hier is een lekkend dak een probleem dat zo snel mogelijk opgelost moet worden; in Valencia zien ze dat anders. In verschillende metrostations stonden emmers op de trappen om het door het dak druppelende regenwater op te vangen. Ook in winkels kwam ik veel emmers tegen en zelfs omgekeerde paraplu’s.
Feestvieren krijgt voorrang
Niets brengt de relaxte levenshouding van de Spanjaarden zo duidelijk naar voren als een goed feest. Mijn verblijf in Valencia viel samen met het einde van het negentien dagen durende stadsfeest van Valencia. Negentien dagen? Ja, inderdaad. Zelfs voor Spaanse begrippen is het feest van Valencia buitengewoon uitbundig. Metershoge beelden blokkeren wegen en kruispunten zodat de bus twee weken lang om moet rijden. Politiebegeleiding voor optochten met fanfares is niet nodig. Automobilisten voegen gewoon in en rijden langzaam tussen de vrolijk doorspelende muzikanten tot ze bij een volgend kruispunt af kunnen slaan.
Over dit feest en de betekenis ervan is nog veel meer te vertellen, maar dat is voor een volgend blog, want sinds thuiskomst ben ik weer helemaal opgeladen. Ik schreef de losse ideeën voor een nieuw boek onder elkaar in mijn notitieboekje en bedacht dat ik er eens een paar uit kan werken tot een verhaal. Of een blog. Mañana, mañana.
Rapporteer
Mijn reacties