oak tree g44a801fe4 640‘Hij heeft gewoon geen idee wat ik allemaal werk doe,’ snikt de vrouw tegenover me. ‘Het is toch de taak van een manager om mij te ondersteunen in mijn werk?’
Ik knik en reik een zakdoekje aan.
‘Nou, hij kijkt alleen maar naar de getallen,’ vervolgt ze. ‘Hij meet mijn prestaties af aan de hand van de productiecijfers. Snapt hij dan niet dat het veel belangrijker is aanwezig te zijn op die bijeenkomst? Alle stakeholders zijn er!’
Deze conversatie is van begin tot eind verzonnen, maar in mijn rol als vertrouwenspersoon hoor ik van tijd tot tijd een variant op dit verhaal.

Conflicten tussen medewerkers of tussen een medewerker en een leidinggevende komen veel voor. Heel vaak is de kern van het probleem dat beide partijen een ‘andere taal’ spreken. Ze praten wel, maar ze begrijpen elkaar niet meer. Als vertrouwenspersoon is het mijn taak om degene die mijn hulp inroept bij te staan. Dat staat een bemiddelende rol in de weg, want een bemiddelaar staat tussen partijen in en ik ben er per definitie alleen voor ‘mijn melder’.
Soms adviseer ik mijn melder een mediator in te schakelen, maar vaak is dat een te zwaar middel. Daarom bestaat een groot deel van mijn werk uit het adviseren van melders over de manier waarop zijn hun boodschap het beste kunnen overbrengen. Mijn advies komt meestal neer op het volgende:

  • verplaats je in de andere partij,
  • onderzoek welke belangen jouw gesprekspartner heeft en
  • stem je boodschap daarop af.

Dat is moeilijk als je je niet gehoord voelt en verontwaardigd bent over de onrechtvaardige manier waarop de ander je behandelt.

Bernard Lievegoed
En toch: wanneer het je lukt om je te verplaatsen in je gesprekspartner, kom je soms tot interessante inzichten. Elk verhaal heeft meerdere kanten, heb ik ondervonden in de elf jaar waarin ik als vertrouwenspersoon werk. Ik denk vaak aan de wijze woorden van professor Bernard Lievegoed. Ik ontmoette deze grondlegger van de antroposofie in Nederland tijdens mijn propedeutisch jaar aan de Vrije Hogeschool waarvan Lievegoed de stichter was. Toen ik het propedeutisch jaar volgde, was Lievegoed al lang gepensioneerd. Uit liefhebberij gaf hij een paar gastcolleges aan de nieuwe studenten.
Een van die colleges begon met een anekdote over twee mannen die ruzie kregen over een boom. De ene man zag een tak die naar links uitstak, terwijl de andere man beweerde dat de uitstekende tak aan de rechterkant zat. Aan de hand van deze anekdote illustreerde Lievegoed dat iedereen vanuit zijn eigen perspectief naar de werkelijkheid kijkt en hij nodigde ons uit om open en nieuwsgierig te zijn, je mee te laten nemen naar de andere kant van de boom en de moeite te nemen vanaf die kant naar de situatie te kijken. Alleen zo kom je los van je vooroordelen, zei hij.

Samenwerking
Ik heb veel baat gehad bij de lessen van Lievegoed. Niet alleen mijn in mijn werk als vertrouwenspersoon, maar in vele situaties waarin meningen tegengesteld leken te zijn. Ik zeg ‘leken’, want als je onderzoekt wat de achtergrond van iemands mening is, dan blijkt vaak dat je meer overeenkomsten met diegene hebt dan je in eerste instantie dacht. Zo lang onbekend is wat iemand beweegredenen zijn, loopt de communicatie stroef. Conflicten tussen collega's, maar ook burenruzies en conflicten in verenigingsbesturen zijn in de kern vrijwel altijd ontstaan door communicatieproblemen.

Zo was ik een poos secretaris van een stichting die een landgoed beheert. In het vijfkoppige bestuur was het vaak lastig om overeenstemming te bereiken. Kort geleden nam ik afscheid van het bestuur en in mijn dankwoordje deelde ik mijn herinnering aan de allereerste bestuursvergadering waar in een langlopend conflict over twee majestueuze eiken werd besproken. Terugkijkend op die vergadering vertelde ik de anekdote van Lievegoed en grapte dat ik altijd had gedacht dat de boom in het verhaal van de professor diende als metafoor, maar dat ik tijdens die vergadering leerde dat je zijn verhaal ook heel letterlijk kon nemen. Dankzij mijn beslissende stem staan de eiken nog op het landged.

Schrijflessen
Jami Leigh schrijft in haar blog voor Schrijven Online: ’Afgezien dat je eens verplaatsen in een andere persoon een uitstekende les is voor het leven, is het ook een waardevolle tip voor schrijvers.’ Daar ben ik het volledig mee eens. Je kunnen verplaatsen in een ander is essentieel voor het schrijven van fictie. Je wilt immers realistische maar verschillende personages neerzetten. Als alle personages op jezelf lijken, heb je geen spannend verhaal. Ook het schrijven van geloofwaardige dialogen is veel gemakkelijker als je je in een ander kunt verplaatsen.


Zo bekeken ligt mijn passie voor schrijven in het verlengde van mijn werk als vertrouwenspersoon. Hoe iemand denkt en wat iemand vindt, volgt uit zijn of haar doel. Daar kun je in een verhaal gebruik van maken. Het enige wat je moet doen, is in de huid kruipen van die onbuigzame manager of van de persoon die je hoofdpersoon het leven zuur maakt. Zo kun je vrij goed voorspellen hoe diegene zal reageren en wat hij of zij gaat zeggen. Als vertrouwenspersoon oefen ik af en toe een lastig gesprek met mijn melder. Als schrijver verzín ik zo’n lastig gesprek. Het  verschil is dat zo’n oefengesprek tussen manager en medewerker natuurlijk gericht is op de-escalatie, terwijl ik in mijn verzonnen verhaal de boel natuurlijk lekker laat escaleren!

 

Afbeelding van RegalShave via Pixabay.

1000 Resterende tekens